weergeven
- weer·ge·ven
- samenstelling van weer en geven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
weergeven |
gaf weer |
weergegeven |
klasse 5 | volledig |
weergeven
- zichtbaar maken, laten zien, tonen
- In het diagram was duidelijk weergegeven hoe de winst zich het afgelopen jaar had ontwikkeld.
- Het woord weergeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weergeven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be