weergeven/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van weergeven | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | weergeven | weer te geven | ||||||||
toekomend | zullen weergeven weer zullen geven |
te zullen weergeven weer te zullen geven | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben weergegeven | te hebben weergegeven | ||||||||
toekomend | weergegeven zullen hebben | weergegeven te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
weergevend | weergegeven | ev. geef weer |
mv. verouderd geeft weer |
geve weer (bijzin) weergeve | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | geef weer | geeft weer | geeft weer | geeft weer | geeft weer | geven weer | geven weer | geven weer | |||
verleden (o.v.t.) | gaf weer | gaf weer | gaf weer | gaaft weer | gaf weer | gaven weer | gaven weer | gaven weer | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal weergeven | zult/zal weergeven | zult/zal weergeven | zult weergeven | zal weergeven | zullen weergeven | zullen weergeven | zullen weergeven | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou weergeven | zou weergeven | zou(dt) weergeven | zoudt weergeven | zou weergeven | zouden weergeven | zouden weergeven | zouden weergeven | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | weergeef | weergeeft | weergeeft | weergeeft | weergeeft | weergeven | weergeven | weergeven | |||
verleden (o.v.t.) | weergaf | weergaf | weergaf | weergaaft | weergaf | weergaven | weergaven | weergaven | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal weergeven weer zal geven |
zult/zal weergeven weer zult/zal geven |
zult/zal weergeven weer zult/zal geven |
zult weergeven weer zult geven |
zal weergeven weer zal geven |
zullen weergeven weer zullen geven |
zullen weergeven weer zullen geven |
zullen weergeven weer zullen geven | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou weergeven weer zou geven |
zou weergeven weer zou geven |
zou(dt) weergeven weer zou(dt) geven |
zoudt weergeven weer zoudt geven |
zou weergeven weer zou geven |
zouden weergeven weer zouden geven |
zouden weergeven weer zouden geven |
zouden weergeven weer zouden geven | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb weergegeven | hebt weergegeven | hebt/heeft weergegeven | hebt weergegeven | heeft weergegeven | hebben weergegeven | hebben weergegeven | hebben weergegeven | |||
verleden (v.v.t.) | had weergegeven | had weergegeven | had weergegeven | hadt weergegeven | had weergegeven | hadden weergegeven | hadden weergegeven | hadden weergegeven | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal weergegeven hebben | zal/zult weergegeven hebben | zult/zal weergegeven hebben | zult weergegeven hebben | zal weergegeven hebben | zullen weergegeven hebben | zullen weergegeven hebben | zullen weergegeven hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou weergegeven hebben | zou weergegeven hebben | zou/zoudt weergegeven hebben | zoudt weergegeven hebben | zou weergegeven hebben | zouden weergegeven hebben | zouden weergegeven hebben | zouden weergegeven hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm weergegeven worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt weergegeven | er is weergegeven | |||||||||
verleden | er werd weergegeven | er was weergegeven | |||||||||
toekomend | er zal weergegeven worden | er zal weergegeven zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou weergegeven worden | er zou weergegeven zijn | |||||||||
lijdende vorm weergegeven worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | weergegeven worden | weergegeven te worden | ||||||||
toekomend | weergegeven zullen worden | weergegeven te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | weergegeven zijn | weergegeven te zijn | ||||||||
toekomend | weergegeven zullen zijn | weergegeven te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word weergegeven | wordt weergegeven | wordt weergegeven | wordt weergegeven | wordt weergegeven | worden weergegeven | worden weergegeven | worden weergegeven | |||
verleden (o.v.t.) | werd weergegeven | werd weergegeven | werd weergegeven | werdt weergegeven | werd weergegeven | werden weergegeven | werden weergegeven | werden weergegeven | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal weergegeven worden | zult weergegeven worden | zult weergegeven worden | zult weergegeven worden | zal weergegeven worden | zullen weergegeven worden | zullen weergegeven worden | zullen weergegeven worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou weergegeven worden | zou weergegeven worden | zou/zoudt weergegeven worden | zoudt weergegeven worden | zou weergegeven worden | zouden weergegeven worden | zouden weergegeven worden | zouden weergegeven worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben weergegeven | bent weergegeven | bent/is weergegeven | zijt weergegeven | is weergegeven | zijn weergegeven | zijn weergegeven | zijn weergegeven | |||
verleden (v.v.t.) | was weergegeven | was weergegeven | was weergegeven | waart weergegeven | was weergegeven | waren weergegeven | waren weergegeven | waren weergegeven | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal weergegeven zijn | zult weergegeven zijn | zult weergegeven zijn | zult weergegeven zijn | zal weergegeven zijn | zullen weergegeven zijn | zullen weergegeven zijn | zullen weergegeven zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou weergegeven zijn | zou weergegeven zijn | zou/zoudt weergegeven zijn | zoudt weergegeven zijn | zou weergegeven zijn | zouden weergegeven zijn | zouden weergegeven zijn | zouden weergegeven zijn |