geef weer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- geef weer
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weergeven |
geef (…) weer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weergeven
- Ik geef weer.
- gebiedende wijs van weergeven
- Geef weer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weergeven
- Geef je weer?
Gangbaarheid
- Het woord geef weer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.