Nederlands

 
1. spelletje dat je op de televisie of op een beeldscherm speelt
Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·deo·game
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord videogame videogames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de videogamem

  1. spelletje dat je op de televisie of op een beeldscherm speelt
    • Computerspelletjesfabrikant Electronic Arts (EA) heeft grootste plannen met zijn videogame Madden NFL 18. Het bedrijf, dat in Europa vooral bekend is vanwege de FIFA-games, sloot een langjarige overeenkomst met de Nationale Footbal League (NFL), digitale televisiezender Disney XD en sportzender ESPN, dat ook eigendom is van Disney, over uitzendrechten.[1] 
    • Een mooi koffietafelboek mag anno 2017 niet ontbreken in je inrichting. Zulke boeken gaan vaak over architectuur of kunst, maar ze zijn er ook over videogames.[2] 
    • Al jaren tovert ontwikkelaar Traveler’s Tales beroemde series om in een videogame in de stijl van de bekende Deense steentjes. Deze keer is het weer de beurt aan Marvel, dat furore maakt met comics en films over de avonturen van onder andere Spider-Man en Captain America. Dat deze combinatie werkt, was al te merken aan de eerste LEGO Marvel Super Heroes.[3] 
    • Met de feestdagen in het vooruitzicht duikt ook weer de vraag op: welke videogame is geschikt om mijn kind cadeau te geven? Want bij die beslissing komt het nodige kijken.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 26 januari 2018
  2. de Telegraaf T. Beerens 18 december 2017
  3. de Telegraaf M. Stas 1 december 2017
  4. de Telegraaf T. Beerens 27 november 2017
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be