Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord actie acties
actiën
verkleinwoord actietje actietjes

Zelfstandig naamwoord

de actiev

  1. handeling, bedrijvigheid
    • Actie ondernemen. 
    • Ik heb hem nog nooit zo in actie gezien. 
  2. georganiseerde campagne die een bepaald, meest sociaal of politiek, doel nastreeft
    • Er werd actie gevoerd tegen het gebruik van genetisch gemanipuleerde levensmiddelen. 
  3. iets dat de aandacht vasthoudt, een spectaculaire vertoning
    • Zij verlangt niet naar een heleboel actie maar naar een relatie. 
  4. film- en video-/computerspelletjesgenre dat wordt gekenmerkt door veel spektakel
    • De film is vooral leuk als je van het genre actie houdt. 
  5. (natuurkunde) natuurkundige grootheid die wordt uitgedrukt in energie maal tijd
    • Van ieder golfje kun je van een afzonderlijke constante actie spreken, namelijk energie maal tijd. 
  6. commercieel gebaar dat de verkoop van bepaalde goederen of diensten moet bevorderen, reclamestunt
    • De WK-actie van Albert Heijn. 
Schrijfwijzen
  • aktie (toegelaten variant in de officiële spelling van 1955 tot 1996)
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen