huis-aan-huisactie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huis-aan-huis·ac·tie
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van huis, aan en huis, samengesteld met actie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huis-aan-huisactie | huis-aan-huisacties |
verkleinwoord | huis-aan-huisactietje | huis-aan-huisactietjes |
Zelfstandig naamwoord
de huis-aan-huisactie v
- actie waarbij men het ene na het andere huis bezoekt
Gangbaarheid
- Het woord 'huis-aan-huisactie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.