• re·ac·tie
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘tegenbeweging’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1]
  • Van het Latijnse re-, opnieuw, + actio, daad, handeling met het voorvoegsel re- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord reactie reacties
verkleinwoord reactietje reactietjes

de reactiev

  1. een actie die een gevolg is van een stimulus
    • De aankondiging van zijn ontslag leidde tot een emotionele reactie. 
    • Toen ik de laatste keer mosselen at, kreeg ik een felle allergische reactie. 
     Voor vertrek kreeg ik naast enthousiaste reacties ook veel aanmerkingen.[3]
  2. (scheikunde) een proces waarbij stoffen veranderen doordat er bindingen gevormd en/of verbroken worden
    • De reactie van H2 met O2 leidt tot de vorming van H2O. 
  • reaktie (toegelaten variant in de officiële spelling van 1955 tot 1996)
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]