handeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- han·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van handelen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handeling | handelingen |
verkleinwoord | handelingetje | handelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de handeling v
- datgene dat gedaan is
- Door deze handeling heb je jezelf flink in de nesten gewerkt.
Synoniemen
Hyponiemen
- dwanghandeling, gevechtshandeling, kashandeling, krijgshandeling, moderatorhandeling, oorlogshandeling, rechtshandeling, routinehandeling, schijnhandeling, taalhandeling
Afgeleide begrippen
- handelingsbekwaam, handelingsbekwaamheid, handelingsdeel, handelingsimpuls, handelingsonbekwaam, handelingsonbekwaamheid, handelingstheorie
Vertalingen
1. datgene dat gedaan is
|
|
Gangbaarheid
- Het woord handeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handeling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be