Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwerf·vuil·ac·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwerfvuilactie zwerfvuilacties
verkleinwoord zwerfvuilactietje zwerfvuilactietjes

Zelfstandig naamwoord

de zwerfvuilactiev

  1. een schoonmaakactie om zwerfafval op te ruimen.
    • De bosbeheerder organiseerde een zwerfvuilactie om de vervuiling in het bos te verminderen. 

Gangbaarheid