• zwerf·af·val
enkelvoud meervoud
naamwoord zwerfafval
verkleinwoord

het zwerfafvalo

  1. het afval dat buiten op straat, in het landschap, in de natuur rondzwerft en het milieu vervuilt, achtergelaten door de mens.
     Hoe lieflijk de rivier vandaag voorbij stroomt, vorige maand dreven er grote objecten in en in de afgelopen weken werden kilo's zwerfafval verwijderd.[1]


  1. Annemarie Kruiper
    “Gewoonweg schitterend Wandelingen en ontmoetingen op het Pieterpad” (2023), AM Books, ISBN 9789090369914