• zwerf
vervoeging van
zwerven

zwerf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwerven
    • Ik zwerf. 
  2. gebiedende wijs van zwerven
    • Zwerf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwerven
    • Zwerf je? 
     'Ik zwerf al zo lang door het bos.[1]


  1. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647