zwerf
- zwerf
vervoeging van |
---|
zwerven |
zwerf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwerven
- Ik zwerf.
- gebiedende wijs van zwerven
- Zwerf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwerven
- Zwerf je?
- ▸ 'Ik zwerf al zo lang door het bos.[1]
- Het woord zwerf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Amanda Block“De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647