zwerven
- zwer·ven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zwerven /'zʋɛrvə(n)/ |
zwierf /'zʋiːrf/ |
gezworven /ɣə'zʋɔrvə(n)/ |
klasse 3 | volledig |
zwerven
- doelloos of nomadisch heen en weer reizen
- Hij zwierf jaren door de woestijn.
- ▸ Zo kwam ik bij de vraag: geloof ik in God? Hoewel ik protestant ben opgevoed en mijn hele leven als religieuze pelgrim op zoek naar God van kerk naar kerk zwierf ben ik nooit een grote fan van predikanten geweest.[3]
- ▸ Slechts 50 mensen per jaar ondernemen deze tocht, dus er is genoeg ruimte om te zwerven en na te denken.[3]
|
1. doelloos of nomadisch heen en weer reizen
- Het woord zwerven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwerven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "zwerven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zwerven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be