Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwerf·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwerfhond zwerfhonden
verkleinwoord zwerfhondje zwerfhondjes

Zelfstandig naamwoord

de zwerfhondm

  1. een hond die geen vast thuis heeft en op straat rondzwerft
    • In die stad stikt het van de zwerfhonden. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be