zwerftocht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zwerftocht    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwerf·tocht

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zwerf ww  en  tocht 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwerftocht	zwerftochten
verkleinwoord	zwerftochtje	zwerftochtjes

Zelfstandig naamwoord

de zwerftocht m

1. een tocht zonder een vastgesteld reisplan

   ▸ Twintig jaar lang had Kron deze plek op zijn zwerftochten gemeden; nu lag de open plek onschuldig in de avondzon.

   ▸ Ik vroeg me af wat ik moest doen als ik op mijn zwerftocht door de stad Conrad tegenkwam.

Synoniemen

• op de bonne-foi gaan

Vertalingen

    1. een tocht zonder een vastgesteld reisplan   

Deens: gåtur (da) g

Duits: Streifzug (de) m

Gangbaarheid

• Het woord zwerftocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwerftocht" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.