Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·tie·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord actieperiode actieperiodes
actieperioden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de actieperiodev

  1. tijdperk waarin men een campagne voert
     De regionale omroepen beginnen vandaag weer hun gezamenlijke inzamelingsactie voor voedselbanken. Het is de tweede keer dat tijdens de actieperiode op allerlei plekken in de provincies houdbare producten worden ingezameld. Ook kunnen mensen geld doneren.[1]
     De Actie loopt door tot en met 14 oktober 2021 (hierna “Actieperiode”). Deelname is enkel mogelijk in de Actieperiode.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Regionale omroepen samen in actie voor voedselbanken” (07-12-2015), NOS
  2.   Weblink bron “Actievoorwaarden winactie masterclass Pascale Naessens” (11-10-2021), Tubantia