Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·tie·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord actiegroep actiegroepen
verkleinwoord actiegroepje actiegroepjes

Zelfstandig naamwoord

de actiegroepv / m

  1. een groep mensen die actie voeren om een bepaald (idealistisch) doel te bereiken
    • De actiegroep had als doel Amelisweerd te behouden. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen