• ac·tie·par·tij
enkelvoud meervoud
naamwoord actiepartij actiepartijen
verkleinwoord

de actiepartijv

  1. (politiek) politieke partij die zich meer richt op oppositievoeren en buitenparlementaire acties dan op regeren of besturen
     Suzanne Groot, die als lijstduwer voor de Actiepartij in Haarlem mee wilde doen, weet niets van haar 'emigratie'.[1]
     Volgens politiek verslaggever Xander van der Wulp wreekt zich bij de SP bijvoorbeeld dat lijsttrekker Lilian Marijnissen in de afgelopen jaren wellicht te veel gelonkt heeft naar kabinetsdeelname: "Bij de achterban ligt het gevoelig. Velen willen meer een actiepartij zijn."[2]


  1.   Weblink bron “Kandidaat geweigerd om 'emigratie'” (04-03-2014), NOS