• ac·tie·po·ten·ti·aal
enkelvoud meervoud
naamwoord actiepotentiaal actiepotentialen
verkleinwoord

de actiepotentiaalm

  1. (fysiologie) stroom van ionen over het celmembraan van zenuwcellen en spiercellen die verantwoordelijk is voor het geleiden van zenuwprikkels en het samentrekken van spieren