status
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sta·tus
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘maatschappelijk aanzien’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1959 [1]
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘stand, toestand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1745 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | status | statussen |
verkleinwoord | statusje | statusjes |
Zelfstandig naamwoord
status m
- (medisch) stand, toestand, dossier over patiënt in ziekenhuis
- aanzien in de maatschappij
- (juridisch) toestand met bepaalde rechtsgevolgen
Hyponiemen
- beschermingsstatus, cultstatus, gedoogstatus, junkstatus, kredietstatus, ontheemdenstatus, verblijfsstatus, vluchtelingenstatus, vreemdelingenstatus
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. toestand
Werkwoord
vervoeging van |
---|
statussen |
status
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van statussen
- Ik status.
- gebiedende wijs van statussen
- Status!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van statussen
- Status je?
Gangbaarheid
- Het woord status staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "status" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Slowaaks
Zelfstandig naamwoord
status m
- status, toestand; over dingen, personen of verhoudingen, hoe deze in een bepaalde tijd zijn
- (medisch) status; stand/toestand van de patiënt of het dossier over patiënt in ziekenhuis
- (sociologie) status; aanzien in de maatschappij
- (juridisch) status; toestand met bepaalde rechtsgevolgen
Typische woordcombinaties
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /statʊs/
Woordafbreking
- sta·tus
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn
Zelfstandig naamwoord
- status, toestand; over dingen, personen of verhoudingen, hoe deze in een bepaalde tijd zijn
- (medisch) status; stand/toestand van de patiënt of het dossier over patiënt in ziekenhuis
- (sociologie) status; aanzien in de maatschappij
- (juridisch) status; toestand met bepaalde rechtsgevolgen
Verbuiging
Synoniemen
- stav monbezield
- stav monbezield, (spreektaal) štatus monbezield
- postavení o, sociální status monbezield
- postavení o
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.