• toe·stand
enkelvoud meervoud
naamwoord toestand toestanden
verkleinwoord toestandje toestandjes

detoestandm

  1. een geheel van omstandigheden waarin iets of iemand zich bevindt
    • De toestand in de wereld is momenteel goed. 
     Een andere reden dat antihyperhelium-4 interessant is, zo zegt Stöcker, is dat de omstandigheden in de deeltjesversneller bij het ontstaan ervan de toestand nabootsen waarin het heelal verkeerde toen het slechts een miljoenste van een seconde oud was. Het heelal bestond op dat moment uit een ‘hete soep’ van deeltjes. Het identificeren van de materie- en antimateriedeeltjes die hieruit voortkomen, kan helpen begrijpen hoe we in een heelal terecht zijn gekomen waarin de hoeveelheid materie, inclusief de materie waaruit wijzelf bestaan, de schaarse hoeveelheid antimateriedeeltjes overschaduwt.[2]
  2. de informatie die men over een systeem moet hebben om het gedrag ervan te kunnen bepalen
    • een 10-bits register kan 1024 toestanden aannemen, elke nieuwe toestand volgt uit de huidige en de ingangssignalen 
  3. een ongelukkige situatie (gedoe, gezeur)
    • Wat een toestand, zeg! 
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]