gesteldheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gesteldheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·steld·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van gesteld met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gesteldheid	gesteldheden
verkleinwoord	gesteldheidje	gesteldheidjes

Zelfstandig naamwoord

de gesteldheid v

1. hoe iets of iemand is of zich voelt

   • De economische gesteldheid van Griekenland is verre van optimaal. 
   • De geestelijke gesteldheid van de depressieve patiënt laat te wensen over. 

Verwante begrippen

• aanleg, constellatie, situatie, stand, toestand, wilsbeschikking

Hyponiemen

• bodemgesteldheid, geestesgesteldheid, geestgesteldheid, gemoedsgesteldheid, grondgesteldheid, lichaamsgesteldheid, luchtgesteldheid, plaatsgesteldheid, terreingesteldheid, weersgesteldheid, zielsgesteldheid

Vertalingen

    1.   

Engels: condition (en), predisposition (en), state (en), tendency (en)

Spaans: disposición (es) v, estado (es) m, predisposición (es) v

Gangbaarheid

• Het woord gesteldheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gesteldheid" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.