zielsgesteldheid
- Geluid: zielsgesteldheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzilsxəˈstɛlthɛit / (4 lettergrepen)
- ziels·ge·steld·heid
- samenstelling van ziel zn en gesteldheid zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zielsgesteldheid | |
verkleinwoord |
de zielsgesteldheid v
- de geestelijke toestand van iemand; de psychische toestand van iemand
- ▸ Niet altijd was ze gevoelig verzekerd van haar aandeel aan Christus. Met haar zielsgesteldheid ging het op en neer.[2]
- ▸ Het komt mij voor dat de relatie tussen mijn gemoedstoestand en mijn swipe- en typegedrag niet zo één-op-één is als zou moeten, om veel te kunnen zeggen over mijn zielsgesteldheid.[3]
1. de geestelijke toestand van iemand; de psychische toestand van iemand
- Het woord zielsgesteldheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron B. Hooghwerff“Louise van Oranje beleefde gelukkige omkeer” (13-03-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Prof. dr. Marc J. de Vries“Een ”thermometer van de ziel”” (14-03-2019), Reformatorisch Dagblad