enkelvoud meervoud
condition conditions

condition

  1. conditie [1,2], toestand
  2. (juridisch) conditie [3], voorwaarde
  3. (medisch) aandoening, afwijking [2], kwaal, ziekte
vervoeging
onbepaalde wijs to  condition 
he/she/it  conditions 
verleden tijd  conditioned 
voltooid
deelwoord
 conditioned 
onvoltooid
deelwoord
 conditioning 
gebiedende wijs  condition 

condition

  1. overgankelijk als voorwaarde stellen
  2. overgankelijk conditioneren
  3. overgankelijk in een bepaalde gewenste toestand brengen
  4. overgankelijk ~to gereedmaken/klaarmaken voor, voorbereiden op


  • condi·tion (afbreking leidend tot con aan het eind van een regel wordt ontraden)[1]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  condition     la condition     conditions     les conditions  

condition v

  1. conditie, toestand
  2. conditie, voorwaarde