• kwaal
  • In de betekenis van ‘ziekte, gebrek’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kwaal kwalen
verkleinwoord kwaaltje kwaaltjes

de kwaalv / m

  1. Ziekte, Ziekte is een schadelijke lichamelijke of psychische afwijking van een organisme.
    • Het wordt al eeuwenlang aangeprezen omdat het tegen alle kwalen zou helpen. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]