Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: láma


  • la·ma
enkelvoud meervoud
naamwoord lama lama's
verkleinwoord lamaatje lamaatjes

de lamam

  1. (evenhoevigen) soort eeltpotig zoogdier Lama glama   dat van nature voorkomt in Zuid-Amerika
  2. (religie) boeddhistische priester

Vragend voornaamwoord

lama

  1. waarom bij het in Nederlands weergeven van Hebreeuws en Aramees uit de Bijbel[4]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]


lama

  1. (evenhoevigen) lama; soort eeltpotig zoogdier
  2. (religie) lama; boeddhistische priester


  • la·ma

lama

  1. langdurig, lang (van tijd)
  2. oud
  3. voormalig


lama

  1. (evenhoevigen) lama; soort eeltpotig zoogdier
  2. (religie) lama; boeddhistische priester


lama

  1. (evenhoevigen) lama; soort eeltpotig zoogdier


  • la·ma

[A] lama v

  1. (evenhoevigen) lama; soort eeltpotig zoogdier

[B] lama v

  1. (spreektaal) noob, lamer; een beginnend persoon of een persoon die competentie mist met betrekking tot software of computers

[C] lama mbezield

  1. (religie) lama; boeddhistische priester



lama

  1. komen