kameel (Camelus bactrianus)
  • (IPA in voorbereiding)
  • ka·meel·ach·ti·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord kameelachtigen
verkleinwoord

de kameelachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kameelachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Camelidae   de enige familie binnen de onderorde eeltpotigen (Tylopoda) van de orde evenhoevigen (Artiodactyla). Hoewel de familie in het verleden een veel grotere vormenrijkdom gekend heeft (zie: Amerikaanse kamelen), zijn er nu nog een zestal soorten