vicuña
- vi·cu·ña
- via Spaans vicuña van Quechua wik'uña, in de betekenis van ‘hoefdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1777 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vicuña | vicuña's |
verkleinwoord | vicuñaatje | vicuñaatjes |
de vicuña m
- (evenhoevigen) bepaald soort zoogdier, Vicugna vicugna , een Zuid-Amerikaanse wilde lama uit de familie van de kameelachtigen
- ▸ Een vicuña loopt door zijn verblijf in het failliete dierenpark Wissel Zoo.[3]
1. bepaald soort zoogdier, Vicugna vicugna
- Het woord vicuña staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ vicuña op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "vicuña" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Bankroet dierenpark blijft voorlopig in bedrijf (onderschrift)” (11 februari 2015) op nrc.nl
enkelvoud | meervoud |
---|---|
vicuña | vicuñas |
vicuña v
- vicuña in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española