krabben
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- krab·ben
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘de nagels over iets heen halen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1400 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
krabben |
krabde |
gekrabd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
krabben
- overgankelijk met de nagels bewerken
- overgankelijk, (scheepvaart) het niet hechten, maar over de bodem kruipen van een scheepsanker
- Ondanks de lange ankerketting, krabt het anker nog steeds.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- de rug krabben
- achter de oren krabben
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. met de nagels bewerken
Vertalingen
1. de rug krabben
|
1. krabben van anker
Zelfstandig naamwoord
krabben mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord krab
Gangbaarheid
- Het woord krabben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "krabben" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.