krabbenzakjes
- (IPA in voorbereiding)
- krab·ben·zak·jes
- krabbenzakje zn met de uitgang -s
- samenstelling van krab zn en zakjes zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krabbenzakjes | |
verkleinwoord |
de krabbenzakjes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord krabbenzakje
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord krabbenzak
- meervoudsvorm als officiële benaming (kreeftachtigen) een superorde Rhizocephala van parasitaire rankpootkreeften, die vrij algemeen wordt aangetroffen op vooral krabben, voornamelijk uit de zwemkrabbenfamilie (Portunidae ), maar ook op andere tienpotigen. Langs de Belgische en Nederlandse kust wordt vaak de soort Sacculina carcini aangetroffen
- [2] krabbenzakje
- Het woord 'krabbenzakjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.