krabbenhond
- Geluid: krabbenhond (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkrɑbəɦɔnt/
- krab·ben·hond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krabbenhond | krabbenhonden |
verkleinwoord | krabbenhondje | krabbenhondjes |
de krabbenhond m
- (roofdieren) Procyon cancrivorus roofdier van de savanne van Zuid-Amerika
- ▸ ⧖ De naam van krabben-hond, welke men aan dit dier geeft, heeft hier zynen oorsprong, om dat het zig voornaamlyk met krabben voedt.[1]
- «De krabbenhond wordt ook wel krabbenetende wasbeer genoemd.»
- Afghaanse vos
- Afrikaanse wilde hond
- Arabische wolf
- Aziatische wilde hond
- alaskawolf
- andesvos
- azaravos
- Bengaalse vos
- boshond
- buffelwolf
- coyote
- Darwins vos
- dingo
- Ethiopische wolf
- Europese wolf
- eilandvos
- falklandwolf
- fennek
- gestreepte jakhals
- goudjakhals
- goudvos
- grijze vos
- grijze vossen
- grootoorkitvos
- grootoorvos
- hond
- Iberische wolf
- Indische wolf
- jakhals
- jakhalzen
- Kaapse vos
- kitvos
- kortoorvos
- krabbenetende vos
- lepelhond
- Mexicaanse wolf
- manenwolf
- newfoundlandwolf
- oostelijke zandvos
- Patagonische vos
- poolvos
- poolwolf
- reuzenwolf
- rode wolf
- Spaanse wolf
- san-joaquinkitvos
- savannevos
- steppevos
- Tibetaanse zandvos
- vos
- vossen
- wasbeerhond
- wilde hond
- witte wolf
- wolf
- zadeljakhals
- zandvos +
- Het woord 'krabbenhond' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ De Buffon, Daubenton“De algemeene en byzondere natuurlyke historie, met de beschryving van des konings kabinet. Deel 15” (1773), Schneider, Jean Herman, p. 174