Afrikaanse wilde hond

Nederlands

 
Afrikaanse wilde hond in het North Carolina Zoological Park
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Afri·kaan·se wil·de hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Afrikaanse wilde hond Afrikaanse wilde honden
verkleinwoord Afrikaans wild hondje Afrikaanse wilde hondjes

Zelfstandig naamwoord

de Afrikaanse wilde hondm

  1. (roofdieren) Lycaon pictus   een wilde hondachtige uit de orde der roofdieren (Carnivora). Alhoewel de soort veel lijkt op de hond, zijn de twee geen nauwe verwanten. De gedomesticeerde hond is namelijk meer verwant aan de wolf dan aan de Afrikaanse wilde hond
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie