Afrikaanse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Afrikaanse (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Afri·kaan·se
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
Afrikaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Afrikaans
- ▸ Weliswaar was het Afrikaanse geld de absolute voorwaarde voor baron Von Freital geweest, tot aan de bruiloftsdag van zijn dochter beschouwde hij zichzelf als haar eigenaar, met dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee hij zeilboten en kastelen bezat.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Afrikaanse | Afrikaansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Afrikaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Afrika, of een vrouw afkomstig uit Afrika
Verwante begrippen
Demoniemen bij Afrika in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Afrikaan • inwoonster: Afrikaanse • bijvoeglijk: Afrikaans |
Gangbaarheid
- Het woord Afrikaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142