newfoundlandwolf
- (IPA in voorbereiding)
- new·found·land·wolf
- samenstelling van Newfoundland en en wolf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | newfoundlandwolf | newfoundlandwolven |
verkleinwoord | newfoundlandwolfje | newfoundlandwolfjes |
de newfoundlandwolf m
- (roofdieren) Canis lupus beothucus was een ondersoort van de wolf die voorkwam op Newfoundland, een groot eiland aan de oostkust van Canada. De laatste van deze wolven werd vermoedelijk gedood in 1911.
- Afghaanse vos
- Afrikaanse wilde hond
- Arabische wolf
- Aziatische wilde hond
- alaskawolf
- andesvos
- azaravos
- Bengaalse vos
- boshond
- buffelwolf
- coyote
- Darwins vos
- dingo
- Ethiopische wolf
- Europese wolf
- eilandvos
- falklandwolf
- fennek
- gestreepte jakhals
- goudjakhals
- goudvos
- grijze vos
- grijze vossen
- grootoorkitvos
- grootoorvos
- hond
- Iberische wolf
- Indische wolf
- jakhals
- jakhalzen
- Kaapse vos
- kitvos
- kortoorvos
- krabbenetende vos
- krabbenhond
- lepelhond
- Mexicaanse wolf
- manenwolf
- oostelijke zandvos
- Patagonische vos
- poolvos
- poolwolf
- reuzenwolf
- rode wolf
- Spaanse wolf
- san-joaquinkitvos
- savannevos
- steppevos
- Tibetaanse zandvos
- vos
- vossen
- wasbeerhond
- wilde hond
- witte wolf
- wolf
- zadeljakhals
- zandvos +
- Het woord 'newfoundlandwolf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.