Nederlands

 
1. Een goudjakhals (Canis aureus).
Uitspraak
Woordafbreking
  • goud·jak·hals
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goudjakhals goudjakhalzen
verkleinwoord goudjakhalsje goudjakhalsjes

Zelfstandig naamwoord

de goudjakhalsm

  1. (roofdieren) Canis aureus   een middelgrote hondachtige uit het geslacht Canis. Ondanks zijn naam is hij waarschijnlijk niet zeer nauw verwant aan de zadeljakhals (Canis mesomelas) en de gestreepte jakhals (Canis adustus), maar staat hij dichter bij de iets forsere coyote (Canis latrans) en de veel grotere wolf (Canis lupus). Hoewel de goudjakhals oorspronkelijk vooral in Oost-Europa voorkwam, laat hij zich als zwerfgast ook in Nederland en onder andere Duitsland en Denemarken zien
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie