azaravos
- (IPA in voorbereiding)
- aza·ra·vos
- samenstelling van Azara en en vos zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | azaravos | azaravossen |
verkleinwoord | azaravosje | azaravosjes |
de azaravos m
- (roofdieren) Lycalopex gymnocercus een zoogdier uit de familie van de hondachtigen (Canidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door G. Fischer in 1814 als Procyon gymnocercus. De naam "Azaravos" verwijst naar de Spaanse natuurwetenschapper Félix de Azara (1746-1821) die van 1781 tot 1801 in Zuid-Amerika verbleef en er de plaatselijke zoogdieren bestudeerde. Azara stelde er gedetailleerde beschrijvingen over op, maar hij gaf er geen wetenschappelijke namen aan
- Afghaanse vos
- Afrikaanse wilde hond
- Arabische wolf
- Aziatische wilde hond
- alaskawolf
- andesvos
- Bengaalse vos
- boshond
- buffelwolf
- coyote
- Darwins vos
- dingo
- Ethiopische wolf
- Europese wolf
- eilandvos
- falklandwolf
- fennek
- gestreepte jakhals
- goudjakhals
- goudvos
- grijze vos
- grijze vossen
- grootoorkitvos
- grootoorvos
- hond
- Iberische wolf
- Indische wolf
- jakhals
- jakhalzen
- Kaapse vos
- kitvos
- kortoorvos
- krabbenetende vos
- krabbenhond
- lepelhond
- Mexicaanse wolf
- manenwolf
- newfoundlandwolf
- oostelijke zandvos
- Patagonische vos
- poolvos
- poolwolf
- reuzenwolf
- rode wolf
- Spaanse wolf
- san-joaquinkitvos
- savannevos
- steppevos
- Tibetaanse zandvos
- vos
- vossen
- wasbeerhond
- wilde hond
- witte wolf
- wolf
- zadeljakhals
- zandvos +
- Het woord 'azaravos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.