Nederlands

 
zadeljakhals (Canis mesomelas)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • jak·hal·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jakhalzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jakhalzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jakhals
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (roofdieren) een groep van middelgrote hondachtigen uit het geslacht Canis, waartoe ook de hond, de coyote, de wolf, de rode wolf en de Ethiopische wolf behoren. Jakhalzen zijn slanke, middelgrote hondachtigen met lange poten. Met hun goed ontwikkelde gehoor en reukzin kunnen ze van grote afstand al voedsel vinden
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie