Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hond·ach·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hondachtige hondachtigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hondachtigev / m

  1. (roofdieren) benaming voor dieren die tot de familie van de hondachtigen (Canidae  ) behoren. Het gaat hier om de vossen, wolven en jakhalzen
    • De coyote is een hondachtige. 
Hyponiemen

Bijvoeglijk naamwoord

hondachtige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van hondachtig

Gangbaarheid

Meer informatie