Nederlands

Uitspraak
  • IPA: /ˈʋɔlvə(n)/
Woordafbreking
  • wol·ven

Zelfstandig naamwoord

de wolvenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wolf
Hyponiemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be