• skra·pe
  • Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord skrapa
Naar frequentie 11110
vervoeging
onbepaalde wijs skrape

skrape

tegenwoordige tijd skraper skraper
verleden tijd skrapa
skrapet
skrapte
voltooid
deelwoord
skrapa
skrapet
skrapt
onvoltooid
deelwoord
skrapende skrapende
lijdende vorm skrapes skrapes
gebiedende wijs skrap skrap
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 2 zwak
opmerking optioneel optioneel

skrape

  1. overgankelijk krabben
  2. overgankelijk schaven, schuren
  3. overgankelijk schrapen, schrappen
  4. overgankelijk reinigen, schoonmaken
    «Det er lurt å bruke tid på å skrape isete bilruter før du legger ut på tur.»
    Het is verstandig de tijd te nemen om het bevroren raam van de auto te schrapen voordat je op reis gaat.

skrape av

  1. afkrabben, wegkrabben

skrape opp

  1. openkrabben

skrape sammen

  1. bijeenbrengen, bijeenschrapen

skrape ut

  1. uitschrapen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skrape     m: skrapen
v: skrapa  
  skraper     skrapene  
genitief   skrapes     m: skrapens
v: skrapas  
  skrapers     skrapenes  

skrape, m / v

  1. kras
  2. (techniek) kras
  3. (medisch) schram
  4. (gereedschap), (techniek) krabber, schraper
  5. (figuurlijk) berisping, reprimande, standje, terechtwijzing


  • skra·pe

Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord skrapa

vervoeging
onbepaalde wijs skrape
skrapa
tegenwoordige tijd skrapar
verleden tijd skrapa
voltooid
deelwoord
skrapa
onvoltooid
deelwoord
skrapande
lijdende vorm skrapast
gebiedende wijs skrap
skrapa
skrape
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

skrape

  1. overgankelijk krabben
  2. overgankelijk schaven, schuren
  3. overgankelijk schrapen, schrappen
  4. overgankelijk reinigen, schoonmaken

skrape av

  1. afkrabben, wegkrabben

skrape opp

  1. openkrabben

skrape saman

  1. bijeenbrengen, bijeenschrapen

skrape ut

  1. uitschrapen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skrape     skrapa     skraper     skrapene  

skrape, v

  1. kras
  2. (techniek) kras
  3. (medisch) schram
  4. (gereedschap), (techniek) krabber, schraper
  5. (figuurlijk) berisping, reprimande, standje, terechtwijzing