bijeenbrengen
- Geluid: bijeenbrengen (hulp, bestand)
- IPA: /bɛi'embrɛŋə(n)/
- bij·een·bren·gen
- samenstelling van bijeen en brengen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijeenbrengen |
bracht bijeen |
bijeengebracht |
zwak -cht | volledig |
bijeenbrengen
- overgankelijk bij elkaar brengen
- Door de collecte was er veel geld bijeengebracht voor het fonds.
1. bij elkaar brengen
- Het woord bijeenbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.