• de·mo·cra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord democratie democratieën
verkleinwoord democratietje democratietjes

dedemocratiev

  1. (politiek) staatsvorm waarin de bevolking, meestal door vertegenwoordigers die zij regelmatig kan kiezen, kan bepalen wat er gebeurt
    • In Tunesië daarentegen is de dictatuur van Zine al-Abidine Ben Ali omgevormd in een democratie, met vrije verkiezingen en een grondwet, „die een van de beste is ter wereld”, zegt premier Habib Essid in een vraaggesprek. Essid was vorige week enkele dagen in Nederland.[4] 
    • ‘Wie nu nog Tesla’s koopt en X gebruikt, wordt medeplichtig aan de vernietiging van vrijheid en democratie,’ kopte het doorgaans toch vrij bedeesde Nederlands Dagblad deze week boven zijn column[5] 
  2. ideaal, een open (land)bestuursvorm waarin iedereen vrij en op gelijke voorwaarden kan deelnemen, bijdragen en stemmen
    • Naast al zijn bewondering voor de verworven Amerikaanse vrijheden had Tocqueville een bedenking. Als grootste gevaar voor de Amerikaanse democratie zag hij de tirannie van de meerderheid. [6] 
     Nationale eenheid is nou eenmaal makkelijker te vangen in termen als democratie en vrijheid, dan in de persoon van een bolwangige veertiger.[7]
     De rector hield een toespraak over vrijheid en democratie en de opofferingen die voor ons lagen nu we onze uiterste best moesten doen om de dappere Hongaren te helpen, in het ergste geval met wapens in de hand.[8]
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[9]

democratie

  1. (politiek) democratie

democratie

  1. (politiek) democratie