• de·mo·cra·tisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen democratisch democratischer
verbogen democratische democratischere
partitief democratisch democratischers -

democratisch [1]

  1. (politiek) in overeenstemming met de principes van een democratie
    • De terreurgroep trachtte de democratische rechtsorde omver te werpen. 
    • Er worden verstrekkende besluiten genomen waarbij geen democratische besluitvorming heeft plaatsgevonden. 
  2. (politiek) die democratie nastreeft, ten gunste van de democratie
    • De opzet was om alle democratische krachten in het land te bundelen. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]