toeschouwersdemocratie

  • toe·schou·wers·de·mo·cra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord toeschouwersdemocratie toeschouwersdemocratieën
verkleinwoord toeschouwersdemocratietje toeschouwersdemocratietjes

de toeschouwersdemocratiev

  1. (politiek) democratie opgevat als een schouwtoneel gekenmerkt door tamelijk passieve kiezers, geringe kiezerstrouw en grote aantallen zwevende kiezers waar de traditionele partijen een minder belangrijke rol spelen evenmin als formele politieke programma's
    • In de toeschouwersdemocratie staan politici op zichzelf en is de kiezer een kritische cliënt die reageert op hun aanbod. Hoewel hij een onderscheid maakt tussen slechte en goede politici, zal de kiezer zelden tevredenheid of merkentrouw tonen. En de gekozene hoeft niet tot de elite te behoren, noch in een partij actief te zijn of een volksdeel te vertegenwoordigen, hij representeert zijn eigen ego. Hij geeft zijn ogen goed de kost, is een expert in communicatie en beschikt over allerlei andere eigenschappen waardoor hij voeling heeft met de samenleving. [1]