ka
![]() |
Universeel taalgebruik
Woordherkomst en -opbouw
Symbool
ka
- (tijdrekening), (eenheid), (geologie) het symbool voor kiloannum, een periode van duizend jaar
Verwante begrippen
eenheden van tijd |
---|
ys • zs • as • fs • ps • ns • μs • ms • cs • ds • s • das • hs • ks • Ms • Gs • Ts • Ps • Es • Zs • Ys |
a • ha • ka • Ma • Ga |
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- v: eponiem, van de eigennaam Catharina of Kaatje, vermoedelijk een verwijzing naar een felle Orangiste uit de 18e eeuw; in de betekenis van ‘bazige vrouw’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1][2]
- v/m [1]: van Middelnederlands ca, cade, (verkorting) van kade [3][4]
- v/m [2]: van Middelnederlands ca, cauw, [5][6]
- tw: klanknabootsing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ka | ka's |
verkleinwoord | kaatje | kaatjes |
Zelfstandig naamwoord
ka v
- (pejoratief) vrouw die krachtig voor haar opvatting uitkomt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ka | ka's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- kade
- kleine dam
- oever die geschikt is gemaakt om schepen aan te leggen
- (zangvogels) kauw Corvus monedula
Tussenwerpsel
ka
- geluid van een kraai of kauw, wordt vaak een paar keer herhaald
Gangbaarheid
- Het woord ka staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ka" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ ka op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "ka" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Fries
Woordafbreking
- ka
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ka | ka's, kaen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ka g
Lets
Voegwoord
ka
Partikel
ka
- dat (als inleiding van iets waarvan de spreker hoopt dat het niet zal gebeuren)
Wepsisch
Zelfstandig naamwoord
ka