ha
![]() |
Universeel taalgebruik
Woordherkomst en -opbouw
- [1] Samenstelling van “a” (are) met het voorvoegsel “h” (hecto-)
- [2] Samenstelling van “a” (annum) met het voorvoegsel “h” (hecto-)
Symbool
ha
- (wiskunde), (eenheid) het symbool voor hectare, gelijk aan 10.000 vierkante meter, gelijk aan één vierkante hectometer, gelijk aan honderd bij honderd meter
- (tijdrekening), (eenheid), (geologie) het symbool voor hectoannum, een periode van honderd jaar
Verwante begrippen
eenheden van oppervlakte |
---|
ym² • zm² • am² • fm² • pm² • nm² • μm² • mm² • cm² • dm² • m² • dam² • hm² • km² • Mm² • Gm² • Tm² • Pm² • Em² • Zm² • Ym² |
ca • a • daa • ha |
eenheden van tijd |
---|
ys • zs • as • fs • ps • ns • μs • ms • cs • ds • s • das • hs • ks • Ms • Gs • Ts • Ps • Es • Zs • Ys |
a • ha • ka • Ma • Ga |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ha
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van blijdschap’ voor het eerst aangetroffen in 1330 [1]
- van Middelnederlands, klanknabootsing van lachen [2]
Tussenwerpsel
ha
- drukt vreugde uit
- Frietjes? Ha, daar had ik net zin in!
- begroeting
- Ha, jongen, kom je weer eens langs?
- om spot te benadrukken
- Bang voor zo'n klein hondje. Ha, wat een held!
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ha staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ha" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ha" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ha op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Albanees
Werkwoord
ha
Deens
Uitspraak
Naar frequentie | 685 |
---|
Afkorting
ha
Symbool
ha
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- ha
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord hafa
Naar frequentie | 52 |
---|
Tussenwerpsel
ha
- ha
- «Ha-ha!»
- Haha!
- «Ha-ha!»
Uitdrukkingen en gezegden
- si ja og ha
geen definitief antwoord geven
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | ha |
tegenwoordige tijd | har |
verleden tijd | hadde |
voltooid deelwoord |
hatt |
onvoltooid deelwoord |
haende |
lijdende vorm | has |
gebiedende wijs | ha |
vervoegingsklasse | Klasse 4 zwak |
opmerking |
Werkwoord
ha
- overgankelijk hebben
- «Jeg har to biler.»
- Ik heb twee auto's.
- «Jeg har to biler.»
- hulpwerkwoord hebben
- «Han hadde skrevet brevet.»
- Hij had de brief geschreven.
- «Han hadde skrevet brevet.»
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: ha bruk for
benodigen
- [1]: Ha det bra!
Tot ziens!
Afgeleide begrippen
- [1]: ha attende
- [1]: ha fram
- [1]: ha frem
- [1]: ha igjen
- [1]: ha imot
- [1]: ha med seg
- [1]: ha opp
- [1]: ha på
- [1]: ha til
- [1]: ha tilbake
- [2]: ha seg
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- ha
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord hafa
Tussenwerpsel
ha
- ha
- «Ha-ha!»
- Haha!
- «Ha-ha!»
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | ha have hava |
tegenwoordige tijd | have |
verleden tijd | har |
voltooid deelwoord |
hadde hatt |
onvoltooid deelwoord |
havande |
lijdende vorm | havast |
gebiedende wijs | ha |
vervoegingsklasse | Klasse 4 zwak |
opmerking |
Werkwoord
ha
- overgankelijk hebben
- hulpwerkwoord hebben
- «Han hadde skrive brevet.»
- Hij had de brief geschreven.
- «Han hadde skrive brevet.»
Afgeleide begrippen
- [1]: ha attende
- [1]: ha fram
- [1]: ha igjen
- [1]: ha imot
- [1]: ha med seg
- [1]: ha opp
- [1]: ha på
- [1]: ha til
- [1]: ha tilbake
- [2]: ha seg
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
haber |
ha
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van haber
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ɦa/
Woordafbreking
- ha
Tussenwerpsel
ha
Synoniemen
Voegwoord
ha
- (dialect: West-Boheems) en
Synoniemen
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- ha
Naar frequentie | 53 |
---|
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
supinum |
ha |
hade |
haft |
volledig |
Werkwoord
ha