winnen
- Geluid: winnen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪnə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɪnə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɪnə(n)/
- (Limburg): /ˈwɪnə(n)/
- win·nen
- In de betekenis van ‘overwinnaar zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
- In de betekenis van ‘verwerven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1237 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
winnen |
won |
gewonnen |
klasse 3 | volledig |
winnen
- overgankelijk als beste partij uit een wedstrijd komen
- Hij won het schoolkampioenschap hardlopen.
- overgankelijk iets verkrijgen voor een goede prestatie
- Hij won de bronzen medaille bij de Olympische Spelen.
- ▸ De wijn uit het Rhônedal heeft de afgelopen decennia aan prestige gewonnen door productverbetering en slimme marketing. De Côtes du Rhône is allang geen onaanzienlijk slobberwijntje meer, maar een succesvol exportproduct.[2]
- overgankelijk een grondstof uit de natuur halen
- Dat bedrijf gaat proberen goud te winnen in de Andes.
- overgankelijk iemand ~ voor: iemand bereid vinden zich ergens voor in te zetten
- Deze politicus bleek niet te winnen voor het plan.
- [1]: verliezen
1. als beste partij uit een wedstrijd komen
2. iets verkrijgen voor een goede prestatie bij een wedstrijd
3. een grondstof uit de natuur halen
- Het woord winnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "winnen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- 1 2 "winnen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be