herwinnen
- her·win·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herwinnen |
herwon |
herwonnen |
klasse 3 | volledig |
herwinnen [1]
- overgankelijk opnieuw in bezit van iets komen
- Daarmee herwonnen zij de stad die eerder door de vijand ingenomen was.
- ▸ Op de trail voelde zij zich veilig en herwon ze langzaam weer haar vertrouwen in de mens.[2]
1.
- Het woord herwinnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herwinnen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be