hervinden
- her·vin·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hervinden |
hervond |
hervonden |
klasse 3 | volledig |
hervinden [1]
- overgankelijk opnieuw vinden
- De laatste maanden heeft de squasher uit Eindhoven het plezier in zijn sport hervonden.
1.
- Het woord hervinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hervinden" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be