hervonden
- her·von·den
- vervoeging van hervinden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
vervoeging van |
---|
hervinden |
hervonden
- meervoud verleden tijd van hervinden
- Wij hervonden.
- Jullie hervonden.
- Zij hervonden.
- Wij hervonden.
- voltooid deelwoord van hervinden
- Het woord hervonden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.