aanwinnen
- aan·win·nen
- samenstelling van aan vz en winnen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanwinnen |
won aan |
aangewonnen |
klasse 3 | volledig |
aanwinnen
- overgankelijk gebiedswinst boeken door verlanding
- Daarbij werd ze uitstekend geholpen door Sliedrechters die op genoemde oever voortdurend land aanwonnen voor riet- en griendcultuur.
- overgankelijk iets nieuws verwerven
- Zij wonnen daardoor veel nieuwe leden aan.
- Het woord aanwinnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanwinnen" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be